Bijzonder curator jeugdzaken

De Bijzondere Curator in Jeugdzaken vertegenwoordigt de belangen van minderjarige kinderen in en buiten rechte omdat minderjarige kinderen geen zelfstandige rechtsgang genieten. Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat de rechter in bepaalde gevallen kan bepalen dat een bijzondere curator wordt ingezet om de belangen van het kind te behartigen. Artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek is een lex speciales van artikel 1:250 BW en betreft afstammingszaken.

 

De rechter geeft een Bijzondere Curator een specifieke taakomschrijving mee. De Bijzondere curator heeft een bemiddelende en/of adviserende rol en kan optreden op het gebied van kinderbeschermingsmaatregelen of familierechtelijke vraagstukken, zoals scheidingszaken waaronder omgang en ouderlijk gezag.

 

Psychologen Praktijk Ellen van Es werkt evidence based, ofwel met de meest praktisch en effectief bewezen begeleidingsvormen. Vooral zijn daarin cognitief gedragstherapeutische aspecten verweven als de invloed van gedachten, gevoel en gedrag. De begeleiding kan ook dienen ter ondersteuning, ter ontlading of acceptatie.

 

De begeleiding bij kinderen wordt vaak ondersteund met een schriftje waarin opgeschreven wordt wat geleerd is en wat bijvoorbeeld ‘Kijk Wat Ik Kan’-taakjes (KWIK Taakjes) zijn die voor de volgende sessie gemaakt kunnen worden. Met jongeren wordt naar aanleiding van het gesprek besproken, afhankelijk van hun leeftijd, welke informatie wel of niet naar ouders gaat. Kijk voor meer informatie bij werkwijze.

‘Een bijzondere curator is iemand die een minderjarige kan vertegenwoordigen in een conflict met zijn of haar ouders of voogd.’

Rijksoverheid

Particuliere hulp

PPVE biedt naast Generalistische Basis-GGZ (GBGGZ) dezelfde diagnostiek en begeleiding aan, zonder dat er een verwijzing van de huisarts nodig is. Dit geeft meer vrijheid in het behandelplan en de duur daarvan, maar de kosten zijn voor eigen rekening. Voor de tarieven klik hier.

Uitgangspunten

  • De behandeling zo kort duurt als mogelijk en zo lang als noodzakelijk;
  • Dat er een verwijzing naar een GGZ-instelling of overige derden kan plaats vinden;
  • Dat daarin een rol voor het systeem (ouders, gezin en school) is weggelegd;
  • Het kind of de jeugdige en zijn/haar systeem handvaten te geven, waarbij het aspect “bevorderen van competenties” centraal staat, omdat PPVE slechts een passant is die de veerkracht (resilience) van de aangemelde wil versterken;
  • Indien nodig kan er uitgebreide diagnostiek plaatsvinden.